Gevarieerde landschappen

Golvende duinen, droge stenige vlaktes, diepe bergengtes, groene valleien, ceder-, dennen-, kurkeikbossen, … Overal is de natuur authentiek gebleven. Een ongerepte rijkdom die elke wandelaar wil kunnen bewonderen, ongeacht zijn niveau, ongeacht het seizoen. Over een oppervlakte van meer dan 700 km toont het reliëf grote verschillen. In het noorden wachten de bergtoppen van de Rif-keten op ervaren klimmers; in het oosten wisselen hoogvlaktes, bossen en regs, die stenige woestijnvlaktes, elkaar af; in het zuiden leidt de Anti-Atlas u naar de ergs, de zandwoestijnen, waar u voor een nacht of langer onder de sterrenhemel kunt bivakkeren.

Het ideale ritme voor ontmoetingen

Vervoermiddelen te over om de duizenden paden van Marokko te betreden. Beginners en kinderen zullen graag korte tochtjes maken op de rug van een ezel of een kameel. De meest ervaren sporters kunnen zich wagen aan de beroemde combi-tocht “muildier + ski”. Want inderdaad, er is sneeuw in Marokko! Dit soort skitochten is mogelijk van begin februari tot eind april. Wandelen is een uitstekende manier om kennis te maken met een Marokko dat nog zo veel te bieden heeft. De Berbers, de eerste bewoners van Marokko, zijn een van de pijlers van het moderne Marokko. Zij kunnen u laten kennismaken met een wereld van sterke tradities, via de architectuur, de klederdrachten, de dansen en de plaatselijke gebruiken. De reiziger die respect heeft voor de plaatselijke gewoontes wordt altijd onthaald volgens de traditionele regels van de gastvrijheid.

De Rif, dicht bij Tanger en Tétouan, ligt niet op de grote toeristische routes. Daarom is het een favoriete bestemming voor bezoekers die het authentieke Marokko willen ontdekken. De hoogste toppen bereiken zelden de 2000 meter. De regio heeft een kustlijn van 120 km, tussen de wadi Laou en El Jebha. Het vertrekpunt van de wandeltochten is meestal Chefchaouen.

Ten westen van de Rif beslaat het nationale park van Talassemtane (60.000 ha) een prachtig berggebied, met hoge kliffen die met hun voeten in de Middellandse Zee staan. Op de kalkstenen kliffen rond Chefchaouen groeien steeneiken, kurkeiken, sparren en wilde olijfbomen. De witte en rode rotswanden vormen een opmerkelijk contrast met de verschillende groennuances diep in de dalen. Met een verrekijker kunt u tal van roofvogels zien, waaronder de koningsarend, maar ook berggeiten en gazelles en, met een beetje geluk, een groepje berberapen. De hoogste top van de Rif reikt tot 2456 meter, de Tidighine bij Ketama. De wandeltochten zijn hier iets zwaarder. Het gebied is ook een veel bezochte plaats voor speleologen. Liefhebbers van mountainbike, voettochten of paardrijtochten kunnen hier hun hart ophalen, en bovendien laat de ontdekking van het landschap van de Rif zich goed combineren met een kennismaking met de cultuur van de regio.

Met een tiental betrekkelijk toegankelijke toppen van meer dan 4000 meter is de Atlas hèt paradijs voor trek- en wandeltochten.
In het noorden van het land zijn de paden van de Midden-Atlas ideaal voor liefhebbers van tochten door de bossen. De hoogteverschillen zijn er vrij klein (hoogste top 3326 m), perfect voor voet- en paardrijtochten en tochten per mountainbike. Er zijn tal van bezienswaardigheden, waaronder het nationale park van Ifrane, de Cascades de la Vierge en het cederbos van Aïn Leuh. De hellingen van het “circuit des crêtes” van Bou Iblane en Bounaceur zijn al wat steiler. De Anti-Atlas strekt zich uit naar het zuiden tot in de omgeving van Tafraoute. De stad ligt aan de voet van de hoogste top, de Jbel El Kest (2278 m). Het massief leent zich uitstekend voor voet- en paardrijtochten. De beroemdste routes leiden u door vestigingdorpen en versterkte graanopslagplaatsen of door de amandelvallei.

Azilal is een ideaal basiskamp voor verschillende tochten in de omgeving. Allerlei sportactiviteiten worden hier beoefend. Wildwatersport (canyoning, rafting, kano, …) is mogelijk in de wadi Ahansel en de Assif Melloul. Er zijn vele interessante plaatssen. Aan de noordkant: de vallei van Aït Bouguemez, de watervallen van Ouzoud, de Imi-n-Ifri brug. Aan de zuidkant: de vallei en de bergengtes van Mgoun, het architectonische erfgoed met lemen huizen, de Todra- en de Dadès-kloof. De M’Goun is in 6 dagen te beklimmen (4068m). In dit gebied verrijst de Toubkal berg die met zijn 4167 m de op één na hoogste top van Afrika is (na de Kilimandjaro). Vanuit het dorp Imlil is voor de beklimming naar de top tweeënhalve dag nodig.